Tekstvak:

Eenheid, de tijd dringt.


Onder het thema ‘De tijd dringt’ wordt gebeden om meer kerkelijke eenheid tussen christenen. Zal de wetenschap van een spoedige wederkomst christenen ertoe brengen het thema eenheid hoog op de agenda te zetten? Of hebben zij inmiddels allemaal hun eigen ‘ding’ dat hen volledig in beslag neemt?

‘Kerkelijke eenheid bereiken we die voordat Jezus terugkomt?’, vroeg prof. H.G.L. Peels zich af tijdens de elfde landelijke gebedssamenkomst van het Gereformeerd Appèl. Het lijkt een retorische vraag. Toch is het lang niet zeker dat iedereen op deze vraag hetzelfde antwoord geeft. Hoeveel jaren scheiden ons nog van de wederkomst
? Hoeveel tijd hebben kerken nog om elkaar te zoeken? ‘Het einde aller dingen is nabijgekomen’, zegt Petrus. Hij laat er onmiddellijk de aansporing op volgen om te bidden, elkaar lief te hebben en elkaar gastvrijheid te betonen. En dat laatste zonder morren. Als Jezus terugkomt, hoe zal Hij ons dan bezig vinden? Biddend? Elkaar liefhebbend? Elkaar gastvrijheid betonend? Zal de wetenschap van een spoedige wederkomst ons ertoe brengen het thema eenheid hoog op de agenda te zetten? Krijgt het hoge prioriteit? Of hebben wij inmiddels allemaal ons eigen ‘ding’ dat ons volledig in beslag neemt?

Dat laatste mag men
vrezen, gesteld dat wij het er niet beter afbrengen dan Jezus’ discipelen. In de evangeliën lezen wij over Jezus zijn laatste tocht, Hij is met zijn discipelen op weg naar Jeruzalem. Zijn lijden is nabij. De tijd dringt! En de discipelen, waarover spraken zij onderweg? Over hun eigen ‘ding’. Wie van hen de meeste was, de grootste, wie mocht zitten aan Jezus rechterzijde en linkerzijde! Een paar dagen later viert Jezus met zijn discipelen het Pascha. ‘Ik heb vurig begeerd dit Pascha met u te eten eer Ik lijd’, zegt Jezus. Op dit Pascha volgt de nacht van het verraad. De tijd dringt! En de discipelen, waarover spraken zij tijdens de maaltijd? Lucas laat het ons weten. Over wie van hen als de eerste moest gelden! En Jezus? Hij zingt met zijn discipelen de lofzang!

Energie

Dan volgt Getsémane. De tijd gaat nu echt dringen. Jezus vraagt zijn discipelen te waken en te bidden. Zelf ging Hij verder de hof in. Hij bad. Priesterlijk en strijdend voor de Zijnen. En de Zijnen? Ach, ze hadden het zo druk gehad met de vraag wie van hen de meeste was. Je druk maken over verkeerde vragen zuigt alle energie uit een
mens weg. Niet anders vergaat het een mens die zich bezighoudt met goede vragen, maar op een verkeerde manier. Energie om te waken en te bidden is er dan niet meer. Toen Jezus zijn gebed had beëindigd en bij zijn discipelen terugkwam vond Hij hen slapende!


Blijven bidden om eenheid kerken

Zal het ooit wat worden met de kerkelijke eenheid in Nederland? Toch zijn er in de achterliggende jaren kleine en grote dingen aan te wijzen die reden gaven tot dankbaarheid. We blijven roepen tot aanhoudend gebed om eenheid.

Kloof

De oproep tot gebed voor eenheid roept steeds weer reacties op. Over welke eenheid gaat het? Welk (kerkelijk) model staat ons voor ogen? Wie zijn de partners in deze samenspreking? Zijn dat alleen evangelische, de gereformeerde, de katholieken. Moet er niet breder worden gekeken? Moet er niet eerst overeenstemming zijn over zaken zoals de ambten, de liturgie, de zondag, verbond en
prediking, kerk en kerkorde, doop om maar enkele onderwerpen te noemen?

Ontwikkelingen in andere kerken maken sommigen huiverig om samensprekingen voort te zetten. Aan de ene kant maakt men zich zorgen over het loslaten van het vertrouwde, terwijl men zich aan de andere kant zorgen maakt over het krampachtig vasthouden aan oude vormen. Intussen wordt de kloof breder en dieper. Heeft bidden dan nog zin? Ja, waarom zou je nog bidden als je leeft in de overtuiging dat de ander het goede spoor niet meer volgt?

Dit zijn geen vragen die voortkomen uit onverschilligheid. Het zijn vaak juist grote
betrokkenheid en zorg over de toekomst van de kerk die mensen deze vragen doen stellen. Maar mogen onze zorgen over de toekomst van de kerk of over ontwikkelingen in een verwant kerkverband reden zijn om niet meer te bidden voor eenheid? En zou de oproep om te bidden achterwege moeten blijven totdat op alle punten overeenstemming is bereikt?

Samuël

Indrukwekkend is in dit verband wat we lezen in 1 Samuël 12. Samuël is daar in gesprek met het volk Israël. De Israëlieten hadden om een koning gevraagd en die ook gekregen. Samuël was daar allesbehalve blij mee. Hij wist maar al te
goed dat het volk met de roep om een eigen koning de Heere verdriet had gedaan. Maar Samuël zal ook zelf wel even hebben moeten slikken. Immers, met de roep om een koning werd in feite ook de plaats die hij onder het volk innam ten dele miskend.

Toch zijn die teleurstelling en de zorg over de weg die Israël was ingeslagen geen reden voor Samuël om het maar voor gezien te houden. Juist in deze omstandigheden zegt Samuël heel indringend: „Wat ook mij aangaat, het zij verre van mij, dat ik tegen de Heere zou zondigen, dat ik
zou aflaten voor u lieden te bidden.”

Bidden is voor Samuël geen optie, maar een opdracht. Bidden is werken. Aanhoudend bidden is zwaar werk. Maar stoppen met bidden, nee, dat kan niet. Ook niet wanneer je ontwikkelingen ziet waar je je zorgen over maakt. Ophouden met bidden, zegt Samuël, is zonde tegen de Heere!

Kleine dingen

„Kerkelijke eenheid – bereiken we die voordat Jezus terug komt?”  Wij zijn nu zes jaar verder. Zijn wij in die jaren dichter bij kerkelijke eenheid gekomen?

De scepticus zal wijzen op scheuringen en zeggen dat het met de eenheid nooit wat
wordt. Maar vergeet dan de kleine dingen niet! We hebben mogen zien dat er door verschillende kerken en gemeentes al twee jaar op rij, een Beachevent gehouden mocht worden, zo ook bij de week van gebed. Wie dat ziet, kan niet meer van kleine dingen spreken, maar van grote dingen! Er was ook zegen en reden tot dankbaarheid!

Wij willen daarom ook oproepen om met onze gebeden rondom al die mensen te staan die zich inzetten om vorm en inhoud te geven aan het gezamenlijk belijden.

Geen gebed om de verwezenlijking van een ideaal van mensen. Nee, het gaat om een zaak waarvan de verwezenlijking eigenlijk al vaststaat. Immers, het zal worden één kudde, één Herder. Het zal worden, zegt Jezus. De zaak staat vast! In die verwachting mogen we bidden om eenheid. Hoe die eenheid er precies uit zal zien? Laat vooral ook dát een punt van aanhoudend gebed zijn!